Het is herfstvakantie in het noorden, maar nog niet in het midden en zuiden, geloof ik. Vandaag moest ik naar Wijngaarden, een dorpje in de buurt van Sliedrecht. Een kleine school, waar ik eerst groep 1-4 en daarna groep 5-8 bezig mocht houden. Voor alle zekerheid vroeg ik van tevoren of het goed was dat ik ‘vijf minuten vieze woorden’ voorlas. Ik weet dat er scholen zijn waar ze niet zo gek zijn op vieze woorden. Maar hier mocht het gewoon. De kinderen lachten heel hard om woorden zoals ‘poepeschijtekakkie’, we fopten de juf met een zak spekkies aan een touwtje, we speelden met z’n allen Ren juf, ren! na, en na afloop spoot ik slagroom in veertig monden (omdat we de taart van juf Fiep natuurlijk wel moesten proeven).
In groep 5-8 vertelde ik over ‘Kampioen‘ en over ‘paard ontdekt‘ en ik liet het filmpje zien over president Berdi, die tijdens de jaarlijkse paardenrace van zijn paard wordt gegooid.
Na afloop kreeg ik zomaar een cadeau. Een heel bijzonder cadeau. Een springvorm met een paar wolkentoetjes, een pak wolkentaartmix, een doosje eieren en beker slagroom – een zelfdoetaartpakket met een heel lief briefje. Na een warme autorit van 2,5 uur kwam ik weer in Haren aan, en een van mijn zoons was zo lief om aan te bieden de taart te maken.
‘Deze slagroom ziet er wat vreemd uit,’ zei hij. ‘Alsof het al geklopt is.’
‘O, handig toch?’ zei ik.
Hij ging aan het werk en gooide alle ingrediënten bij elkaar in de beslagkom. Taartmix, melk, eieren, slagroom. ‘Het ruikt ook wat raar,’ zei hij. ‘Is dat omdat het biologische slagroom is?’
Ik spoedde me naar de keuken. Er hing een zurige lucht. De slagroom was bedorven. Ik probeerde het er nog uit te scheppen, maar dat lukte niet meer.
Helaas. Geen wolkentaart vanavond.
Morgen ga ik naar de winkel voor nieuwe taartmix en voor verse slagroom. Ondertussen eet ik eerst even mijn verdriet weg met zo’n lekker wolkentoetje.