‘Wat vindt u het leukst om te schrijven?’ vragen kinderen mij vaak tijdens een schrijversbezoek.
‘Ik weet het niet!’ zeg ik dan handenwringend. ‘Ik vind het heel erg leuk om verhalen over juf Fiep te schrijven. Om een boek zo te schrijven dat je het in groep 3 al kunt lezen, en dat het spannend én grappig is. En dat de juf dan heel dom is en in de problemen komt, en dat groep 3 haar dan moet redden.
Maar ik vind het óók heel leuk om te schrijven over kinderen die een spannend avontuur beleven. Hé, want stel je voor dat je vader elke dag in zijn zwembroekje naar zijn werk gaat. Omdat hij schoonspringer is van beroep. En dat je moeder beauty-vlogger is. En dat ze dan op een dag besluiten om op een groot cruiseschip te gaan werken. En dat jíj dan mee moet, samen met je zusje. En dat er dan allemaal gevaarlijke dingen gebeuren op dat cruiseschip. En dat jíj er dan achter moet zien te komen wie de boel in het honderd laat lopen. Wie de boef is.
Dat vind ik ook leuk, detectives voor kinderen schrijven.
Maar ja. Ik vind het óók leuk om over de bijbel te schrijven, want dat heb ik gestudeerd he. Ik heb gestudeerd voor dominee. En in onze kerk mocht ik vroeger geen dominee worden, en daarom ben ik schrijver geworden, maar ik vind het wel heel cool om te laten zien wat voor mooie verhalen er in de bijbel staan, en wat je daar nu nog mee kunt.
En over paarden schrijven, dat vind ik ook leuk, maar dan moeten het wel spannende boeken zijn, niet van die meidenboeken.
Dus eh… ik kan eigenlijk niet kiezen.’
‘En hoe lang doet u erover om een boek te schrijven?’
‘Dat hangt er vanaf. Als ik een boek over juf Fiep schrijf, kijk, dat zijn heel grote letters en er zijn heel veel plaatjes, die teken ik niet zelf he, dat doet Marja Meijer, maar dan ben ik dus snel klaar. Maar sommige boeken, daar doe ik wel een half jaar over.’
‘Een HALF JAAR?’
‘Ja. Of nog langer.’
Oer, bijvoorbeeld. Het staat al in de voorjaarscatalogus, die deze week door de brievenbus viel, en ik werd er een beetje zenuwachtig van, want het is nog niet af. En in april ligt het dus echt in de winkel. Dat staat er.
Samen met wetenschapper dr Cees Dekker en theoloog dr Gijsbert van den Brink ben ik al meer dan een jaar aan het schrijven. En aan het denken. En aan het lezen. En aan het herschrijven. En aan het overleggen. Want het moet een goed verhaal worden. Een hervertelling van het scheppingsverhaal, van het grote verhaal over God, die tijd en ruimte schept, die wetten in gang zet, licht maakt, geluid en kleur, die van de aarde een unieke en veilige plek maakt voor de mens.
Oer heeft een heel bijzondere hoofdpersoon: een proton, dat vlak na de oerknal ontstaat, en dat een duizelingwekkende reis door de tijd meemaakt. Van oerknal tot de evolutie van het leven, tot de dagen van Jezus en het leven van nu.
Een paar jaar geleden schreef ik samen met Cees Dekker het geheime logboek van Topnerd Tycho. Voor kinderen. Oer gaat over het zelfde onderwerp. Maar dit wordt een boek voor volwassenen. En dat is nog spannender dan een boek voor kinderen.
Snel weer aan het werk. Boeven aan boord en juf op hol liggen al bij de drukker. Maar dit boek moet ook af. Vóór het eind van het jaar.