Van 24 januari t/m 14 februari is het de Maand van de Bijbel. Voor mijn werk zit ik geregeld met mijn neus in de Bijbel. De ene keer probeer ik de context van een verhaal te duiden voor kinderen. Of Zoek ik manieren om het verhaal te openen voor kinderen. Een andere keer zoek ik citaten bij proefjes of thema’s om kinderen en hun ouders aan het denken te zetten.
In mijn werk als schrijver staat er één boek centraal: de Bijbel.
Waar komt mijn fascinatie voor de Bijbel vandaan? Misschien is het er wel met paplepel ingegoten. Ik kan me namelijk niet herinneren dat ik er niet door gefascineerd was. Zo vond ik laatst in mijn ouderlijk huis een schriftje met ‘preken’ en een aantal gelijkenissen herverteld. Ik denk dat ik negen was toen ik ze schreef. En die fascinatie wil ik meegeven aan de kinderen van nu.
Bijbelverhalen prikkelen, slepen je mee en houden je een spiegel voor. Ik wil opvoeders helpen om op een natuurlijke, ongedwongen de bijbelverhalen, God en elkaar te ontdekken daarbij de kinderen het voortouw te laat nemen, zonder zelf de regie te verliezen. Hoe? Door samen te ervaren, te beleven en te ontdekken en je zo samen te verwonderen over God.
Wie weet ontdekken deze kinderen over dertig jaar wel een schriftje, waarin hun fascinatie voor de Bijbel in gevat staat.