Auteur, Liesbeth van Binsbergen

Komt een printer bij de dokter

Wat doe je als je geboren bent zonder technische genen (die zijn allemaal naar mijn broers gegaan), een echtgenoot hebt die eveneens andere talenten heeft en je principieel tegen het zomaar weggooien van apparaten bent? Juist, dan ga je naar een Repair CafƩ.

 

 

Een schrijver kan eigenlijk niet zonder printer, dus van mijn kant zat er een beetje haast bij. Nu heeft het plaatselijke Repair CafƩ slechts spreekuur op dinsdag, ik moest dus een aantal dagen wachten voor ik mijn afdrukapparaat kon brengen. Toen het eindelijk zover was werden we met open armen ontvangen. Een vriendelijke gastvrouw hield de deur open en wees een plekje waar ik de printer neer kon zetten. Na overleg met een van de monteurs kondigde ze aan dat ik erop kon wachten. Fijn. Nog fijner was dat ze mij ondertussen koffie aanbood. Het cafƩ had ik, nu de repair nog.

De behandeling begon met een intake. Wat de klachten waren, vroeg een witte man met buitenlands accent. ā€˜Hij print vaag.’ Of er nog wel voldoende inkt inzat? ā€˜Jazeker.’

De printerdokter begon het onderzoek. Ondertussen dwaalden mijn ogen door de ruimte die vol hing met een indrukwekkende hoeveelheid snoertjes en kabels. Overal stonden bakjes op tafels met moertjes, snoertjes, tangetjes en tools waarvan ik de naam niet eens kende, laat staan dat ik wist waarvoor ze bedoeld waren. Al dit moois werd vanaf een stelling bewaakt door een bruine pluchen hond. Een eindje verderop zat een man met een wit-rode stok evenals ik in de wacht.

Visueel beperkt, dat leek me erger dan technisch beperkt. Misschien was hij het zelfs allebei. De man zelf leek er weinig last van te hebben. Het was in ieder geval een vrolijke gast.

Volgens wikipedia draait het bij een repaircafĆ© niet alleen om het verkleinen van de afvalberg, maar ook om het behouden van kennis over repareren en het versterken van de sociale cohesie. Wat betreft dat laatste: er hing inderdaad een ontspannen sfeer en zelfs ik als technobeet voelde me er volkomen op mijn gemak. Terwijl ik tevreden van mijn koffie nipte stelde de printerdokter een diagnose: de patiĆ«nt moest gereinigd worden. Voor de zekerheid werd er ook nog een nieuwe cartridge geplaatst. En toen was het tijd voor de test. De printer – niet meer de jongste – werd gestart en kwam in actie. ā€˜Dat is een Brother’,Ā  constateerde de man met de stok. Met zijn gehoor was blijkbaar niets mis. Zou hij van alle apparaten en zelfs van alle merken de geluiden herkennen? Naast mensen met gouden handen bestaan er ook mensen met gouden oren, bedacht ik, en ik betrapte mezelf op een vleugje jaloezie.

De printproef was geslaagd. De reparateur glimlachte. ā€˜Thuis gewoon nog een paar keer schoonmaken – gewoon zoals ik deed, via het menu.’

Hij keek me aan met een-kind-kan-de-was-doen blik. Ik knikte terug met een natuurlijk-komt helemaal goedĀ  blik, en bedankte hem netjes.

 

Achteraf had ik het dus zelf kunnen doen. Maar dan had ik het repair cafƩ gemist en dat zou ook jammer zijn. Ik ben trouwens niet de enige die dit geweldige initiatief in de stad waardeert.

Toen ik afrekende (kosten drie euro) hoorde ik het de blinde bezoeker zeggen: ā€˜Ik kom hier vaker, dat heb ik al wel bekeken.’

Beetje bizarre grap, dacht ik, maar dat zei ik maar niet hardop …

Back to list

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *