Ik zag het filmpje de avond ervoor nog. Omvallende boom mist Amerikaanse automobilist op haar na. De dashboardcamera van de auto erachter registreerde het. Een boom die omviel, een auto die nét niet geraakt wordt, en die met een abrupte sprong tot stilstand komt, rook uit de banden. Een portier dat opengaat. Maar de bestuurder blijft zitten. In shock. Ik bekeek het filmpje nog een keer. Niet te geloven. Wat een geluk.

Deze week was ik vier dagen op pad. Het is bijna Kinderboekenweek, en ik rijd langs scholen om de kinderen alvast in de stemming te brengen. Ik vertel over mijn boeken, ik laat filmpjes zien, en ik laat ze ontdekken wat een fantasie ze zelf hebben. Ik laat ze een foto zien van een grot die eruitziet als de muil van een reusachtig monster, en ik laat ze verzinnen wat er gebeurde toen hun meester daar in de zomervakantie heel onverstandig in zijn eentje naar binnen ging.

Gisteren was ik in de storm en de regen op weg naar Hardinxveld-Giessendam, voor een inspiratieworkshop voor leerkrachten. In de buurt van Nunspeet reed ik op de linker weghelft achter een busje dat eruit zag als een kantoortje. Mobiele kinderfysio stond erop. Hé, wat handig, dacht ik nog, en ik vroeg me af hoe het er daarbinnen uit zou zien. Vroeger reed de schooltandarts rond in zo’n soort bus. Wat een nachtmerrie als je die weer het plein op zag draaien. Dit was vast veel leuker.

En toen zag ik iets onder de bus vandaan vliegen en op het wegdek vallen, mijn richting op. Een enorme uitlaat stuiterde over de snelweg. Vlak voor mijn wielen. Ik controleerde mijn spiegel, de rechter weghelft, zette mijn richtingaanwijzer aan en schoot naar rechts en ik zag dat de auto die vlak achter me reed hetzelfde had gedaan. Ik reed weer achter de grote vrachtwagen die ik had willen inhalen. Laat mij maar even tachtig rijden, dacht ik. Een eindje voor me zag ik de mobiele kinderfysio naar de vluchtstrook uitwijken.

Er was niks gebeurd. Ik reed rustig verder. Ik gaf een vrolijke inspiratieworkshop voor leerkrachten en ik reed weer terug door de regen en de storm. Toen ik thuis kwam dronk ik twee koppen thee en een glas wijn en daarna, middenin de nacht, twee bekers warme melk. Ik had wat moeite met inslapen.